Cholesterol Waarde

Als je het hebt over hart- en vaatziektes gaat het al snel over cholesterol. Maar wát cholesterol precies is, blijft voor veel mensen onbekend. In dit artikel leggen we onder andere uit wat cholesterol is, wat het verschil is tussen HDL-cholesterol, LDL-cholesterol en geoxideerd LDL-cholesterol en hoe je ervoor zorgt dat je cholesterolwaarde gezond blijft. 

Inhoud

Wat is cholesterol?

Cholesterol is een wasachtige, vetachtige substantie die we terugvinden in ons lichaam als kleine bolletjes. Om dit bolletje zit een laagje eiwit, wat het mogelijk maakt cholesterol door het lichaam te vervoeren. Je lichaam heeft cholesterol nodig voor:

  • De aanmaak van vitamine D;
  • Het vormen van geslachtshormonen oestrogeen, progesteron en testosteron;
  • De bouw van het belangrijkste ‘anti-aging-hormoon’ DHEA;
  • Het goed functioneren van de hersenen. Zo’n 25% van de hersenen wordt gevormd door cholesterol;
  • De aanmaak van gal. Gal is weer nodig voor de vertering van vetten en opname van vitamines;
  • De reparatie van vele weefsels in het lichaam.

Het zijn de lever, de darmen en de huid die zo’n 60-80% van het totaalcholesterol produceren. De overige cholesterol komt van buitenaf het lichaam binnen, via ons voedsel.   

Cholesterol zelf kan zich niet verplaatsen in het lichaam. Daarom bindt het met eiwitten, ook wel lipoproteïnen genaamd. Deze lipoproteïnen verplaatsen de cholesterol door de bloedbaan. Er zijn verschillende soorten lipoproteïnen: Low Density Lipoproteïn (LDL), Very Low Density Lipoproteïn (VLDL), Intermediate Density Lipoproteïn (IDL) en High Density Lipoproteïn (HDL). Van deze vier zijn HDL en LDL het meest bekend en daarnaast spelen ze deze belangrijkste rol als het aankomt op cholesterolwaarde in het bloed.

VLDL-cholesterol en LDL-cholesterol

VLDL-cholesterol staat voor Very Low Density Lipoproteïn. Deze variant lipoproteïne transporteert pakketjes cholesterol. Eenmaal in het bloed worden deze VLDL-deeltjes steeds kleiner en uiteindelijk ontstaat er LDL-cholesterol. LDL staat voor Low Density Lipoproteïn en staat bekend als de ‘slechte’ cholesterol. Echter heeft dit ‘slechte‘ niks te maken met de cholesterol zelf, maar met de lipoproteïne die de cholesterol vervoert.

Het LDL-transporteiwit verplaatst cholesterol van de lever naar de cellen in het lichaam. Dit doet het eiwit met grote hoeveelheden cholesterol per keer, waardoor het nogal instabiel wordt. Hierdoor is de combinatie LDL en cholesterol erg vatbaar voor oxidatie. Dat wil zeggen dat het snel wordt aangetast. En dit is wanneer het echt ‘gevaarlijk’ wordt. Want het is geoxideerd LDL-cholesterol dat de grote boosdoener is als het aankomt op het dichtslibben van aderen.

Geoxideerd cholesterol ontstaat als volgt:
Als je rookt, veel stress of een hoge bloeddruk hebt, ontstaan er kleine beschadigingen in de vaatwand. Om dit op te lossen activeert het lichaam het immuunsysteem en wordt er cholesterol naar de plek van de beschadigingen gestuurd.

Bij een beschadiging, maakt het lichaam deze plek eerst steriel, zodat bacteriën geen ontstekingen kunnen veroorzaken. Dit doet het lichaam met de stof waterstofperoxide. Hoe meer scheurtjes en beschadigingen, hoe meer waterstofperoxide. Deze waterstofperoxide wordt na afloop geneutraliseerd met antioxidanten, waarvan vitamine C de belangrijkste is. Als er erg veel beschadigingen zijn, is er ook meer waterstofperoxide en op een gegeven moment zijn er te weinig antioxidanten om al het waterstofperoxide te neutraliseren. Het gevolg daarvan is dat het waterstofperoxide niet alleen bacteriën onschadelijk maakt, maar ook extra scheurtjes in de vaatwand aanbrengt. Daarnaast valt het ook transporteiwitten aan, zoals het cholesterol transporterende LDL. Hierdoor ontstaat er geoxideerd (aangetast) LDL-cholesterol en dit is de variant die zorgt voor een grotere kans op het dichtslibben van aderen en zo op hart- en vaatziekten.

Kortom: geoxideerd LDL-cholesterol is cholesterol dat beschadigd is door waterstofperoxide dat 
niet genoeg geneutraliseerd is door
antioxidanten.   

HDL-cholesterol

HDL staat voor High Density Lipoproteïn en staat bekend als de ‘goede’ cholesterol. De reden hiervoor is dat HDL overtollig cholesterol uit het lichaam opruimt en terugbrengt naar de lever. Hierdoor voorkomt het dat aderen dichtslibben. De lever verwijdert de opgeruimde cholesterol uit het lichaam. In vergelijking tot LDL-cholesterol, transporteert HDL-cholesterol altijd een kleinere hoeveelheid cholesterol. Het voordeel hiervan is dat de combinatie van HDL en cholesterol een stuk stabieler is en hierdoor ook minder vatbaar voor oxidatie.

Er is een ezelsbruggetje om het verschil tussen HDL- en LDL-cholesterol te onthouden:
HDL-cholesterol is de ‘Hero’ en die wil je liever Hoger hebben.
LDL-cholesterol is de ‘Loser’ en die wil je dus liever Lager hebben.

Triglyceriden

Cholesterol is grotendeels opgebouwd uit triglyceriden. Triglyceriden zijn een vorm van vet. Bijna al het vet uit je eten bestaat uit triglyceriden. Triglyceriden zijn belangrijk voor een goede gezondheid, maar een overmaat kan bijdragen aan (slag)aderverkalking

Wat zijn de symptomen van een hoog cholesterol?

Omdat een hoog cholesterol geen ziekte is, zijn er ook geen specifieke symptomen. Wel zijn er een aantal ongemakken die kunnen optreden, maar dit gebeurt niet altijd:

  • Xanthomen. Dit zijn ophopingen van cholesterol die gele vlekken veroorzaken in de huid van de ellenbogen en/of ogen.
  • Pijn op de borst (angina). Dit komt doordat de bloedvaten zo vernauwen dat het hart amper nog zuurstofrijk bloed krijgt.
  • Hartinfarct of hartaanval. Veroorzaakt door een verstopping van een ader die bloed naar het hart voert.
  • Herseninfarct. Veroorzaakt door een verstopping van een ader naar de hersenen.
  • Trombose of embolie. Veroorzaakt door een verstopping van een ader  in het lichaam, bijvoorbeeld in de armen.
  • Nierfalen. Veroorzaakt door een onvoldoende bloedtoevoer naar de nieren.

Wat veroorzaakt een hoog cholesterol?

De belangrijkste oorzaken voor ‘een hoog cholesterol’ zijn:

  • Ontstekingen en oxidatieve stress;
  • Gebrek aan antioxidanten (vitamine C, E, D, K);
  • Overgewicht;
  • Gebrek aan beweging. Veel stilzitten zorgt voor een daling in de hoeveelheid HDL-cholesterol;
  • Roken. Dit zorgt (vooral bij vrouwen) voor een lager HDL-cholesterol;
  • Insuline resistentie. Dit wil zeggen dat de cellen in het lichaam ongevoelig worden voor insuline;
  • Een hoge bloedsuikerspiegel;
  • Hoge bloeddruk;
  • Ongezonde eetgewoonten. Denk hierbij aan het eten van veel trans- en verzadigde vetten. Deze vetten zitten bijvoorbeeld in producten als chocola, vlees, zuivelproducten, gebak en gefrituurd eten. Het eten van deze verzadigde vetten kan de hoeveelheid LDL in je bloed verhogen;
  • Veelvuldig drinken van alcohol;
  • Gebrek aan magnesium;
  • Gebrek aan vitaminen uit het B-complex;
  • Veel omega 6-vetten ten opzichte van de omega-3-vetten.

Familiaire hypercholesterolemie (FH)

Sommige mensen hebben door hun genen meer aanleg voor het ontwikkelen van een hoog cholesterolniveau. Familiale hypercholesterolemie (FH) is een voorbeeld van een erfelijke vorm van hoog cholesterol. 

Wat zijn de gevolgen van een hoog cholesterol?

First things first: een ‘hoge cholesterolwaarde’ betekent in deze context een ‘hoge (geoxideerde) LDL-cholesterol-waarde’. Geoxideerd LDL-cholesterol is immers de grote boosdoener die nadelige gevolgen veroorzaakt.

Kort door de bocht zorgt veel geoxideerd LDL-cholesterol voor het dichtslibben van (slag)aderen. Hierdoor vermindert of blokkeert de aanvoer van zuurstofrijk bloed, met alle gevolgen van dien.

Het dichtslibben van aderen gaat als volgt:  
Het begint ermee dat je lichaam geoxideerd LDL-cholesterol als lichaamsvreemd gaat zien. Daarom moet het onschadelijk gemaakt worden. Dit gebeurt door het activeren van ontstekingsreacties waarbij macrofagen ingezet worden. Zij moeten het geoxideerde cholesterol ‘opeten. Als de macrofagen de cholesterol ‘opgegeten‘ hebben, veranderen ze in zogeheten schuimcellen. Deze schuimcellen zijn een belangrijk onderdeel van de plaque, die ervoor zorgt dat aderen dichtslibben.

Naast de schuimcellen maakt het lichaam ook het schadelijke lipoproteïne Lp(a) aan. Het doel van dit transporteiwit is het dichten van gaten in vaatwanden en aderen. De hoeveelheid Lp(a) hangt af van de hoeveelheid vitamine C in het bloed: hoe minder vitamine C, hoe meer schadelijk Lp(a). Hierom is het dus belangrijk om genoeg vitamine C te hebben.

Indien er sprake is van een stressor (stres veroorzakende factor, zoals roken, stress, hoge bloeddruk, hoge bloedsuikerspiegel) kan het lichaam niet alle gaten in de vaatwand dichten. Het geoxideerde LDL-cholesterol kan op deze manier heel makkelijk aan de binnenkant van een bloedvat blijven plakken, met als gevolg dat het bloedvat verkalkt en dichtslibt. Hierdoor wordt het bloedvat minder elastisch en vermindert de bloedaanvoer. Hoe meer stoffen er dan aan het LDL-cholesterol blijven plakken, hoe groter de opstopping (plaque) in het bloedvat wordt. Als dit stolsel groot genoeg is, kan de bloedstroom in de (kransslag)ader gedeeltelijk of volledig blokkeren. Hierdoor vermindert de aanvoer van zuurstofrijk bloed en in het geval van ons hart kan dit  leiden tot pijn op de borst of zelfs een hartaanval.

Plaques kunnen ook op andere plekken in het lichaam voorkomen. Denk aan de slagaders die zuurstofrijk bloed naar je hersenen voeren. Als deze aderen verstopt raken kan dit zorgen voor halsslagaderziekten, beroertes en perifere arteriële ziekten.

Hoe meet je cholesterol?

Een cholesteroltest bestaat vaak uit meerdere markers. Belangrijk voor zo’n test is dat je 9-12 uur niets gegeten hebt. Drinken mag wel, maar enkel en alleen water.

  • Totaalcholesterol. Dit is de totale hoeveelheid cholesterol in je lichaam. Het is een optelsom van (geoxideerd) LDL-cholesterol, HDL-cholesterol en triglyceriden. De hoogte van de totaalcholesterol hangt af van je metabolisme. Een verhoogd totaalcholesterol is daarom een indicatie van problemen met de lever en een laag totaalcholesterol kan wijzen op overfunctioneren van de darmen.
  • Cholesterolratio. Deze waarde volgt uit de verhouding totaalcholesterol:HDL-cholesterol. De waarde die hier uitkomt is de cholesterolratio. Deze waarde zie je het liefste zo laag mogelijk, want dat betekent dat er een kleinere kans op hart- en vaatziekten is. De cholesterolratio is een betere indicator voor risico op het dichtslibben van aderen dan enkel de totaalcholesterol.
  • (Geoxideerd) LDL-cholesterol. Dit is de variant van cholesterol die het liefste zo laag mogelijk ziet. Belangrijk om op te merken is dat er bij een standaardtest naar de ‘normale’ (niet-geoxideerde) vorm van LDL-cholesterol gekeken wordt. Echter is de oxidatieve (aangetaste) vorm van LDL-cholesterol veel schadelijker voor onze gezondheid. Bij een test naar cholesterolwaarden is het dus belangrijk de hoeveelheid geoxideerd LDL-cholesterol te meten! Dit kan bijvoorbeeld via Wellboard
  • HDL-cholesterol. HDL-cholesterol helpt met het verwijderen van cholesterol uit de aderen. Een hoog HDL-cholesterol is daarom wenselijk.
  • Triglyceriden. Triglyceriden zijn een essentieel onderdeel van cholesterol. Daarom kijkt men bij een cholesteroltest ook altijd naar de triglyceridenwaarde. Voor een VLDL-waarde geldt dat deze vaak een vijfde is van de triglyceridenwaarde. Weet wel dat deze manier van VLDL-niveau ‘gokken’ niet betrouwbaar is bij een hele hoge triglyceridenwaarde.
  • Non-HDL-cholesterol. Dit is het totaalcholesterol zonder HDL-cholesterol. Het getal dat dan overblijft is opgebouwd uit HDL-cholesterol, VLDL-cholesterol, IDL-cholesterol, Lp(a) en triglyceriden. Belangrijk is dus dat non-HDL-cholesterol niet een aparte ‘soort’ cholesterol is, maar slechts een waarde die standaard in de lab resultaten staat. Het voordeel van deze non-HDL-waarde is dat ‘ie ook bij een hoog triglyceriden-niveau nog bruikbaar is.

Aanvullende markers

Het is zeer belangrijk om bij een hoog cholesterol niet alleen naar de ‘standaard‘ waarden te kijken, want onderstaande markers zijn minstens zo belangrijk. Doe daarom vooral ook aanvullend onderzoek naar:

  • CRP-hs. Deze c-reactieve proteïne is een maat voor ontstekingen in het lichaam.
  • Hb1Ac. Dit is geglycoliseerde hemoglobine (versuikerde hemoglobine) en zegt wat over de gemiddelde bloedsuikerspiegel over een periode van een paar weken.
  • Lp(a). Dit transporteiwit geeft een indicatie voor de kans op het dichtslibben van aderen.
  • Verhouding tussen omega-6/omega-3. Het liefste zie je hier een verhouding van 4:1. Echter is deze verhouding vandaag de dag vaak 16:1. Dit betekent dat je veel meer ontstekingbevorderende vetzuren (omega-6) binnenkrijgt, wat de kans op dichtslibbende aderen weer bevordert.

Hoe kan ik mijn cholesterolwaarde verlagen?

Als we het hebben over ‘het verlagen van cholesterol’ dan hebben we het over het verlagen van de hoeveelheid (geoxideerd) LDL-cholesterol. Dit kan op twee manieren, door de werkelijke hoeveelheid (geoxideerd) LDL-cholesterol te verminderen óf door het percentage (geoxideerd) LDL-cholesterol te verlagen. Dit laatste doe je door de hoeveelheid HDL-cholesterol omhoog te krikken.

Aangezien een hoog cholesterol vaak het gevolg is van een ongezonde levensstijl, is een gezonde levensstijl dé remedie tegen een hoog cholesterol:

  • Eet genoeg bladgroenten. Deze bevatten vitamine K en deze vitamine helpt bij de gezondheid van je bloedvaten;
  • Voldoende omega-3-vetten. Omgea-3 zorgt ervoor dat de hoeveelheid HDL-cholesterol (goede cholesterol) toeneemt. Dit kan ervoor zorgen dat het risico op verstopte bloedvaten afneemt. Omega-3 vind je terug in vette vis, zoals zalm en makreel. Ook zijn er supplementen van deze visolie beschikbaar en voor vegetariërs en veganisten is er ook een variant met algenolie op de markt;
  • Voldoende vezels. Vezels zorgen ervoor dat je spijsverteringskanaal minder cholesterol opneemt. Voorbeelden van vezelrijke producten zijn volkoren producten ( bijv. havermout), fruit (appels, bananen, peren, sinaasappels), peulvruchten (bruine bonen, linzen, kikkererwten, limabonen);
  • Genoeg fruit en groente. Groente en fruit draagt bij aan cholesterolverlagende stoffen in het bloed. Het gaat hierbij om plantensterolen/sterolen die dezelfde functie hebben als oplosbare vezels en daardoor de opname van cholesterol in het spijsverteringskanaal verminderen. Daarnaast bevat groente en fruit ook veel antioxidanten, waaronder vitamine C;
  • Beperk alcoholinname. Alcohol draagt op meerdere manieren bij aan een hoog cholesterol. In de eerste plaats verhoogt het je bloeddruk en daarmee de kans op hart- en vatziekten. Ten tweede verhoogt het ook de hoeveelheid triglyceriden, waardoor ook je VLDL-waarde stijgt. Ten derde zorgt alcohol voor veel extra calorieën die tot gewichtstoename kunnen leiden, met als gevolg dat LDL-waarden stijgen en HDL-warden afnemen;
  • Beperk (extreem) bewerkte voedingsmiddelen. Hierin zitten vaak veel trans- en/of verzadigde vetten, welke zorgen voor een toename van geoxideerd LDL-cholesterol.

Cholesterolverlagende medicijnen

Mocht een verandering in levensstijl nou niet voldoende zijn, dan zijn er altijd nog medicijnen die kunnen helpen bij het verlagen van je cholesterol:

  • Statines. Deze medicijnen verlagen het (geoxideerde) LDL-cholesterol door de aanmaak van cholesterol in de lever te vertragen;
  • Galzuurbindende harsen. Deze stoffen worden gebruikt bij de spijsvertering. De harsen kunnen zich binden aan galzuren en deze daarna verwijderen. Hiermee dwingen ze het lichaam (geoxideerd) LDL-cholesterol af te breken en in plaats daarvan galzuren aan te maken;
  • Cholesterolabsorbtieremmers. De naam zegt het al, dit medicijn remt de opname van cholesterol;
  • Bempedonzuur. Dit zuur helpt een enzym in de lever met het stoppen van de aanmaak van cholesterol. Vaak combineert met dit medicijn met statines bij mensen die FH hebben;
  • PCSK9-remmers. Ook voor dit medicijn geldt dat het vaak ingezet wordt bij mensen met FH. PCSK9-remmers helpen de lever met het verwijderen van meer (geoxideerd) LDL-cholesterol uit het lichaam.

Indien er sprake is van FH (familiaire hypercholesterolemie) is er nog de optie voor een behandeling, genaamd lipoproteïne-aferese. Deze behandeling makt gebruik van een filtermachine die (geoxideerd) LDL-cholesterol uit het lichaam verwijdert. Nadat dit ‘slechte‘ cholesterol verwijderd is, gaat het opgeschoonde bloed weer het lichaam van de persoon in kwestie in.

Onthoud dat medicijnen de laatste oplossing zijn voor het verlagen van cholesterol. De eerste 
stappen worden altijd gezet in het veranderen van leefstijl. Neem altijd contact op met een
professional of huisarts voor meer informatie voor cholesterolverlagende medicijnen.

Kan je cholesterol ook te laag zijn?

Zoals al aangestipt in het begin van dit artikel, is er een bepaalde hoeveelheid cholesterol nodig voor optimaal functioneren van het lichaam. Cellen, hormonen en gal bestaan voor een groot gedeelte uit cholesterol. Als je cholesterol te laag is, kunnen deze processen niet meer plaatsvinden en gaat je gezondheid achteruit. Oftewel, je cholesterol kan zeker te laag zijn.

Gelukkig komt dit niet zo snel voor, omdat je lever in de meeste gevallen altijd een voldoende hoeveelheid cholesterol maakt voor deze processen. Al de cholesterol dat via voedsel ons lichaam binnenkomt is overtollig en verhoogt de kans op bijvoorbeeld slagaderverkalking. Over het algemeen geldt dus, hoe lager de (LDL-) cholesterolwaarde, hoe beter.

Bronnen