Een trage schildklier heeft gevolgen voor alle processen in het lichaam. Het is dus belangrijk een vinger aan de pols te houden over de gezondheid van je eigen schildklier. Want welke symptomen horen er eigenlijk bij een trage schildklier? En hoe kan je deze behandelen? Dit en nog meer lees je in onderstaand artikel, zodat je in het vervolg weet hoe het allemaal zit.
De schildklier zit aan de voorkant van de hals, direct boven het kuiltje boven je borstbeen. Het is een vlindervormig orgaan, dat je normaal gesproken zowel kunt voelen als zien
De belangrijkste functie van de schildklier is het aanmaken van schildklierhormonen. Er zijn twee soorten schilklierhormonen:
Zowel T4 als T3 spelen een rol in bijna alle lichaamsweefsels en -organen. De hormonen van de schildklier zijn essentieel voor de groei en voor de geestelijke ontwikkeling. Dit is vooral bij baby’s en jonge kinderen belangrijk: hun ontwikkeling en groei hangt in grote mate af van de hoeveelheid schildklierhormonen die ze tot hun beschikking hebben.
Schildklierhormonen zijn ook belangrijk voor onze interne kachel. Als je het warm genoeg hebt als het buiten kouder is, weet je dat je lichaam genoeg schildklierhormonen aanmaakt. Ditzelfde geldt als je begint te zweten bij een warme omgevingstemperatuur.
Elke cel in het lichaam heeft receptoren voor schilklierhormonen. De schildklier heeft dus impact in alle delen van het lichaam. Je kunt de schildklier daarom zien als de centrale versnelling in een motor. Als die versnelling kapotgaat, gaat de hele motor mee. Je schildklier heeft directe impact op:
Simpel gezegd, ontstaat een trage schildklier als je schildklier te weinig schildklierhormonen aanmaakt. Het gevolg hiervan is dat je stofwisseling vertraagt en ook andere processen in het lichaam schakelen een tandje terug. De medische term voor een traag werkende schilklier is hypothyreoïdie.
Het kan zijn dat je schildklier weer terugkeert naar zijn oorspronkelijke staat, maar in de meeste gevallen is een trage schildklier en blijvende aandoening. Gelukkig zijn er medicijnen die uitkomst kunnen bieden. Het gaat dan om medicijnen met synthetisch (kunstmatig) schildklierhormoon levothyroxine. Als de schildklier nog deels functioneert, vullen deze synthetische hormonen alleen het tekort aan. Als de schildklier helemaal niet meer werkt kunnen de medicijnen de volledige functie van de schilklier vervangen.
We weten nu dat een trage schildklier ontstaat door te weinig schildklierhormonen. Maar waardoor komt het dat de schildklier te weinig hormonen produceert? Hiervoor zijn verschillende oorzaken:
Stress veroorzaakt cortisol. Cortisol zorgt op zijn beurt voor een verminderde aanmaak van schildklierhormonen. Kortdurende, maar heftige stress heeft een vergelijkbaar effect op de schildklier. Denk aan verlies van een dierbare of het oplopen van een trauma.
Grote wisselingen in bloedglucose kunnen op den duur leiden tot insulineresistentie, wat weer als mogelijk gevolg heeft dat er een trage schildklier ontstaat.
Net als oogkleur, zijn ook aandoeningen erfelijk. In sommige families bestaat er een grotere kans op schildklierproblemen.
Tijdens de zwangerschap moet de schildklier extra hard werken omdat de stofwisseling verhoog is. In extreme gevallen kan de schildklier uitgeput raken. Daarnaast verlies een vrouw bij een bevalling vaak veel bloed met daarin schildklierhormonen.
Het verwijderen van de hele of een groot deel van de schildklier kan de hormoonproductie verminderen of stoppen. Dit kan nodig zijn bij een groot struma (vergrote schildklier), een nodus (knobbel) of bij schildklierkanker. Na een operatie is er geen of onvoldoende schildklierweefsel over om schildklierhormoon aan te maken.
In het geval van hyperthyreoïdie (te snel werkende schildklier) wordt er vaak stralingstherapie toegepast. Dit kan gebeuren met radioactief jodium. Hierdoor ontstaat vaak hypothyreoïdie en het gevolg hiervan is dat je levenslang schildklierhormonen moet slikken. Voorbeelden van ziekten waarbij stralingstherapie gebruikt wordt zijn de ziekte van Graves of de ziekte van Plummer.
Sommige medicijnen, zoals amiodaron, bevatten lithium of jodium. Ook dit kan voor hypothyreoïdie zorgen. Gelukkig is dit vaak goed te behandelen met schildklierhormoon en herstelt de schildklier zich na een paar weken tot maanden. De voorwaarde is wel dat je dan gestopt moet zijn met de lithium- of jodium-bevattende medicijnen.
Ontstekingen in de schildklier kunnen het gevolg zijn van een virus of door een (tijdelijke) auto-immuunziekte. Studies laten zien dat bijna 90% van alle mensen met hypothyreoïdie een auto-immuunziekte hebben. Dit wil zeggen dat de cellen in het lichaam het weefsel van de schilklier als het ware aanvallen. Op lange termijn zorgt dit voor een afname in het niveau van schildklierhormonen in het bloed.
De meest voorkomende auto-immuunziekte staat bekend onder de naam ‘ziekte van Hashimoto’. Deze ziekte ontstaat doordat de schildklier ontstoken raakt. Dat zit zo: normaal gesproken beschouwt ons lichaam binnendringende stoffen als lichaamsvreemd. In zo’n geval komt het afweersysteem in actie en worden die vreemde stoffen afgevoerd. Bij een auto-immuunziekte als de ziekte van Hashimoto, beschouwt het lichaam echter lichaamseigen stoffen als lichaamsvreemd. Het immuunsysteem komt dus in actie tegen stoffen en weefsels die we nodig hebben om goed te kunnen functioneren. Als het immuunsysteem stoffen maakt die tegen de schildklier werken, kan deze ontstoken raken.
Het komt voor dat de schilklier niet goed is aangelegd bij een pasgeborene. Daarnaast is het ook mogelijk dat de schilklier vanaf de geboorte te weinig schildklierhormoon maakt. Dit heet congenitale hypothyreoïdie (CHT). Het gevolg is dat de stofwisseling niet goed werkt en bij een baby zorgt dit ervoor dat hij of zij zich niet goed kan ontwikkelen. Het is daarom belangrijk om in zo’n geval zo snel mogelijk na de geboorte te starten met behandeling. Deze behandeling bestaat uit het toedienen van schildklierhormoon. In Nederland worden alle pasgeboren baby’s via de hielprik gecontroleerd op CHT, waardoor er snel actie kan worden ondernomen. Als er vroeg begonnen wordt met de CHT-behandeling, zal een kind met CHT zich hartstikke normaal kunnen ontwikkelen.
Voedselovergevoeligheid ontstaat doordat bepaalde stoffen ontstekingen veroorzaken in het lichaam (cytokinen). Hierdoor komt het immuunsysteem onder druk te staan. Een mogelijk gevolg is dat de schildklier achteruitgaat door de stress die ontstaat.
De schildklier heeft bepaalde stoffen nodig voor de aanmaak van schildklierhormonen. Denk hierbij aan jodium, selenium, ijzer en zink. Als deze stoffen ontbreken, gaat de productie van schildklierhormonen achteruit. Door middel van een bloedonderzoek kan je nagaan hoe het in jouw bloed zit. Dit kan bijvoorbeeld via Wellboard.
De schildklier wordt aangestuurd door de hypofyse en hypothalamus. De hypofyse maakt een schildklier stimulerend hormoon (TSH) dat de schildklier aanzet tot productie van schildklierhormonen. Als er te weinig TSH geproduceerd wordt, maakt de schildklier hierdoor ook te weinig schildklierhormonen aan.
Dit is een relatief zeldzame aandoening en kan veroorzaakt worden door:
Klachten van een traag werkend schildklier (hypothyreoïdie) kunnen zowel fysiek als psychisch zijn. In de beginfase zijn de symptomen vaak mild, maar naarmate de tijd vordert kunnen de symptomen sterk toenemen. Mocht je één of meerdere van onderstaande klachten ervaren, trek dan aan de bel bij je huisarts, een andere deskundige, of laat alvast preventief je bloed testen.
Een traag werkend schildklier is niet iets om grapjes over te maken. Als je schildklierhormonen niet in orde zijn, kan je zelf simpelweg ook niet in orde zijn.
First things first. Er is nooit één manier om een ziekte of aandoening te bestrijden. Sommige behandeling werken wel voor de één, maar niet voor de ander. Het is daarom belangrijk om echt tot de kern van de oorzaak van de symptomen te komen en niet enkel af te gaan op symptomen en op basis daarvan een behandeling te starten.
In bijna alle gevallen van hypothyroïdie geldt dat de schildklier niet kan genezen. Het maakt niet uit hoe de hypothyroïdie is ontstaan (ziekte van Hashimoto, operatie, behandeling etc.), de behandeling is hetzelfde. Zo’n behandeling bestaat uit medicatie met synthetisch (kunstmatig) schildklierhormoon levothyroxine. Dit hormoon zorgt voor een constant niveau van schildklierhormoon in het bloed. Als de schildklier nog deels functioneert, vullen deze synthetische hormonen alleen het tekort aan. Als de schildklier helemáál niet meer werkt kunnen de medicijnen de volledige functie van de schilklier vervangen.
Er is ook nog zoiets als een ‘combinatiebehandeling’. Dit is alleen van toepassing op mensen die na optimale instelling van levothyroxine nog klachten houden. In deze gevallen kan er nog gekeken worden naar het aanvullend innemen van schildklierhormoon T3. Echter zijn er nog geen eenduidige conclusies verbonden aan deze combinatie behandeling. Dat wil zeggen dat er nog niet duidelijk is of deze behandeling nou echt werkt of dat het slechts een kleine groep was waarop goede resultaten bevonden werden.
Een diagnose van hypothyroïdie is gebaseerd op de afwezigheid van schildklierhormonen in het bloed. De schildklier produceert in normale gevallen twee soorten schildklierhormonen, T3 en T4. Eerstgenoemde ontstaat voor het grootste deel uit de omzetting van T4 tot T3. T3 is daarnaast ook de meest actieve. De aanmaakt van T4 is afhankelijk van de hoeveelheid TSH van de hypofyse.
Verhoogde T3-levels kunnen erg helpend zijn in de diagnose van hypothyroïdie, zeker als blijkt dat T4-levels normaal zijn. Indien er sprake is van een verlaagde hoeveelheid T3, moeten er eerst ook andere schildkliertesten gedaan worden, voordat er conclusies aan verbonden kunnen worden. Dit omdat de omzetting van T4 in T3 afhangt van de aanwezigheid van o.a. iodine, selenium en tyrosine. De afwezigheid van deze stoffen kan dus een oorzaak zijn van een verlaagd T3-niveau in het bloed en daarom is het belangrijk deze ook te testen voordat je begint met de standaardbehandeling van hypothyroïdie.
Er is geen specifiek dieet voor het tegengaan van hypothyroïdie. Hoewel er veel beweringen zijn dat bepaalde diëten en het vermijden van specifieke voeding bijdraagt aan de schildklierfunctie, is daar geen sluitend bewijs voor.
Belangrijk om te vermelden is wel dat sommige voedingsmiddelen de opname van schildklier hormoonvervangende medicatie tegen kunnen werken. Een voorbeeld hiervan is een grote hoeveelheid vezels. Mocht je dus schildklierhormonen slikken ter behandeling van een trage schildklier, probeer deze dan zoveel mogelijk op een lege maag te nemen.
Hoewel er geen specifiek dieet is voor een goede schildklierfunctie, zijn er wel bepaalde richtlijnen als het aankomt op voeding bij hypothyroïdie: